vrijdag 20 december 2013

Erik of het klein insectenboek


Erik of het klein insectenboek


Godfried Bomans

Godfried Bomans 
Godfried Bomans werd geboren op 2 maart 1913 in Den Haag. Hij was een Nederlands schrijver. Vanwege zijn vaders werk verhuisde hij al gauw naar Haarlem toe. Op de middelbare school had hij al belangstelling voor schrijven en literatuur. Hij schreef al stukken voor de schoolkrant, tijdschriften en studentenbladen.

In 1926 ging Bomans naar het Triniteitlyceum in Overveen. Toen hij de middelbare school had afgerond ging hij vanaf 1933 studeren aan de universiteit van Amsterdam. In 1939 vertrok hij naar Nijmegen en 2 jaar later trouwden hij met Gertrud Maria.

In 1932 schreef hij zijn eerste 2 boeken: Met drijfjacht en gebed voor Nederland ook schreef hij een historisch toneelstuk Bloed en liefde waar zijn humor al goed te zien was.

In 1939 schreef hij zijn bekendste boek: Erik of het klein insectenboek waar later ook een film van gemaakt werd.  In 1943 verhuisde hij weer terug naar Haarlem. Op 14 april 1944 hertrouwde hij met Pietsie Verscheure en kreeg 1 dochter die in 1960 werd geboren. 

Het boek
Na de 2e wereld oorlog was er veel werk voor hem. Hij werd gekozen als kunstredacteur van de Volkskrant dat deed hij tot 1946 en was hij redacteur bij Elzeviers Weekblad tot 1949. Ook verscheen zijn strip vanaf eind november 1949 in de Volkskrant. De strip was in 1976 door de KRO voor televisie bewerkt.

Hij kreeg opnieuw landelijke bekendheid door optredens in radio- en televisieprogramma’s. Hij werd zelfs een televisiepersoonlijkheid. In 1971 verbleef Godfried een week lang alleen op een onbewoond Waddeneiland eiland als uitnodiging van de VARA en de AVRO. Hij maakte daar dagelijkse radioverslagen die hij: ‘Alleen op een eiland’ noemde. In 2006 zijn zijn radioverslagen als luisterboek verschenen. Alleen op een eiland vond hij niet leuk het is vrijwel zeker dat dat hem een terugslag bezorgd heeft in zijn gezondheid. Op 22 december 1971 stierf Godfried aan de gevolgen van een hartaanval hij werd 58 jaar. 




Mijn lofrede

Ik vond Erik of het klein insectenboek best een leuk boek. Het is niet een boek dat ik nog een keer zou lezen maar ik heb wel dingen geleerd van het boek zoals dat dieren eigenlijk ook menselijk zijn, dieren hebben ook verschillende eigenschappen het boek heeft me dus wel aan het denken gezet.

De film
Doordat de dieren menselijke eigenschappen hadden was het heel herkenbaar ik ging sommige dieren vergelijken met mensen in mijn omgeving. J 

Het was ook makkelijk om te lezen het waren niet al te grote hoofdstukken en er was veel humor daarom was het wel leuk om te lezen. Ik vond het een origineel boek niet elke schrijver werkt met zoveel dieren in een boek en zet dan bij de dieren menselijke eigenschappen.

Aan de ene kant is het boek natuurlijk ongeloofwaardig want dieren kunnen niet praten maar op de manier hoe Godfried het boek schrijft vind ik dat het best wel geloofwaardig klinkt omdat het gewoon menselijke eigenschappen zijn en je de dieren dan bijna als mensen gaat zien.

Het boek heeft eigenlijk wel iets weg van een sprookje en dat is iets heel anders dan dat we meestal moeten lezen voor Nederlands dus dat is wel leuk!!





 Nieuw hoofdstuk 

Erik komt in aanraking met een oude sprinkhaan. De sprinkhaan zit helemaal stil Erik denkt dat hij dood is en gaat met hem praten.

Wollewei
Erik liep verder door Wollewei en kwam bij een plek met veel bomen en planten. Hij zag een dier zitten het dier ​was een sprinkhaan dat herkende erik door zijn lange poten. Daarmee kan hij ver springen. De kleur van de sprinkhaan was fel groen. Erik liep op de sprinkhaan af. De sprinkhaan was heel rustig en zat helemaal stil.  Erik dacht dat er iets met de sprinkhaan aan de hand was... De sprinkhaan keek naar Erik en Erik bleef terug kijken. Een minuut was het helemaal stil tot dat Erik er genoeg van had en hij toch maar besloot om met de sprinkhaan te gaan praten. ‘ Hallo Mr. de Sprinkhaan, ik ben Erik en uhm.. nou ja.. ik liep voorbij en ik zag u hier helemaal alleen zitten en ik dacht ik vraag even hoe het gaat.. U zit er zo stil bij. De sprinkhaan reageerden niet.  Erik dacht na... Had hij gelezen dat sprinkhanen doof waren en niet konden horen? Nee, hij wist zeker dat sprinkhanen konden praten. Hij herinnerde zich dat hij wel had gelezen dat sprinkhanen heel rustig konden blijven zitten en dan opeens sprongen ze heel hoog.
Sprinkhaan 

De sprinkhaan had ondertussen nog steeds niks gezegd. Erik dacht na... Zou hij het nog een keer vragen? ‘ Meneer, meneer ik vroeg u iets!’ Riep Erik. ‘Wat is er mijn jongen,’ Sprak de sprinkhaan. ‘ Ik vroeg aan u of er iets aan de hand is meneer de sprinkhaan,’ zei Erik. Hoe ben jij hier zo beland mijn jongen wat is u naam?’ Sprak de sprinkhaan zonder antwoord te geven op Erik zijn vraag en noem me maar gewoon Joris. ‘Oke Joris, mijn naam is Erik Pinksterblom en ik heb een wens gedaan en toen kwam ik hier terrecht in Wollewei maar wat is er met u aan de hand?’ Sprak Erik nu iets dringender.  Joris dacht een moment na en besloot toch maar zijn hart te luchten. ‘Mijn vrouw is overleden ze is opgegeten door een tor.’ De sprinkhaan moest huilen. Erik wist niet wat hij moest doen dus alles wat hij zei was’Wat erg voor u meneer Joris.. kan ik iets voor u doen?’. De sprinkhaan dacht na hij kon wel een opkikkertje gebruiken hij hield namelijk van het leven.Joris dacht na.. Hoe kan hij een goed antwoord geven op de vraag van de kleine jongen.. maar voordat hij dat had gedaan kakelde Erik er alweer doorheen. ‘Joris zullen we anders wat gaan eten? Ik heb heel erg honger of zullen we naar het water gaan? Even lekker baden kan geen kwaad toch?’ Joris kwam in beweging en sprong weg. Erik riep nog ‘ WACHT, WACHT, JORIS WACHT NOU EVEN IK DACHT ER NIET BIJNA U HOUDT NATUURLIJK NIET VAN WATER SORRYYYYY’.
Joris was inmiddels 11 meter verder maar bleef toch maar stil staan. Hij had toch wel een beetje medelijden met de kleine jongen hij was immers helemaal in zijn eentje dus als ze samen waren waren ze allebei gelukkiger. Erik rende naar Joris toe en ging op zijn rug zitten. ‘Waar wil je naar toe mijn kleine jongen?’Sprak de sprinkhaan. Erik wilde eigenlijk alleen maar naar huis maar hij moest eerst Joris helpen om weer gelukkig te worden dus Erik antwoorde ‘We gaan naar jou favouriete plek’. De sprinkhaan sprong weg en samen gingen ze naar een grote open plek met heel veel gras. Erik vertelde zijn hele verhaal en dan vooral over wat hem was overkomen in het hotel. De sprinkhaan moest weer lachen.
Het was inmiddels al laat en Erik was heel erg moe en moest gapen. Jorik merkte dit op en vroeg hem of hij wilde slapen. ‘Ja ik ben zo moe, maar ik wil eerst nog iets van je weten Joris. ‘ Antwoorde Erik. ‘Wat dan?’ Sprak Joris. ‘Ben je weer gelukkig Joris?’ ‘ Erik ik wil je heel erg bedanken dit was de gelukkigste dag van mijn leven, heel erg bedankt’.