zondag 16 maart 2014

De gebroeders Leeuwenhart Astrid Lindgren


De gebroeders Leeuwenhart







Verwachtingen

Het boek De gebroeders Leeuwenhart had ik al een keer eerder gelezen. Ik heb het boek thuis omdat ik het een keer voor mijn verjaardag gekregen had. Ik had het boek alleen al erg lang niet meer gelezen dus ik wist niet meer heel goed waar het over gaat. Wat ik wel wist is dat ik het toen een erg mooi boek vond dus mijn verwachtingen waren hoog gespannen. Toen ik het boek aan het lezen was kon ik eigenlijk niet meer stoppen ik wilde blijven doorlezen omdat het zo goed was. Mijn verwachtingen zijn dan ook zeker uitgekomen!

De auteur

Astrid 1924
De auteur van het boek is Astrid Lindgren. Astrid Lindgren is geboren op 14 november 1907 in Näs, een dorpje in het zuiden van Zweden. Toen ze op 18 jarige leeftijd een opleiding journalistiek deed werd ze zwanger van de hoofdredacteur van het blad waar ze voor werkte. De hoofdredacteur wist dat hij de vader van het kind was en wilde daarom met haar trouwen maar Astrid sloeg het aanzoek af. Haar zoon Lasse werd geboren in 1926. Om roddels te vermijden werd haar zoontje bij pleegouders ondergebracht en vertrok ze zelf naar Stockholm. Daar ging Astrid een opleiding tot secretaresse volgen. Toen ze in 1928 als secretaresse ging werken heeft ze Sture Lindgren ontmoet, haar toekomstige man. In 1929 kwam Lasse bij haar wonen in Stockholm. In 1934 kregen Astrid en haar man Sture een dochter genaamd Karin.
Astrid
Astrid heeft altijd al een liefde voor verhalen gehad. Toen ze als klein kind nog op school zat zeiden alle leraren en klasgenoten tegen haar dat ze schrijfster moest worden omdat ze alles wat ze kon las. Haar verhalen zijn sterk beïnvloed door haar ouders en haar eigen jeugd. In 1944 schreef ze haar eerste boek genaamd Pippi Langkous. Het was een begin van een nieuw tijdperk in de kinderboekenwereld. In 1946 ging ze bij de redactie van haar uitgever werken, ze bleef wel doorschrijven. In totaal heeft ze 80 boeken geschreven die in 76 talen vertaald zijn daarnaast zijn sommige boeken van haar verfilmd of er is een serie van gemaakt zoals Pippi Langkous en De gebroeders Leeuwenhart. In 1992 stopte met schrijven omdat ze niet meer zo goed zag.
Op 28 januari 2002 overleed ze in Stockholm in het appartement waar ze al sinds 1942 woonde. 





Pippi Langkous
Haar boeken:

Britt-Mari lättar sitt hjärta (1944 debuutroman)
Pippi Långstrump (1945)
Kerstin och jag (1945)
Pippi Långstrump går ombord (1946)
Mästerdetektiven Blomkvist (1946)

Alla vi barn i Bullerbyn (1947)
Pippi Långstrump i Söderhavet (1948)
Mera om oss barn i Bullerbyn (1949)

Nils Karlsson Pyssling (1949)
Kajsa Kavat (1950)
Kati in Amerika (1950)
Pippi Langkous-serie (1952-...)
Blomkwist-serie (1953-...)
Kati in Italië (1954)
Mio, mijn Mio (1956)
Bolderburen-serie (1957)
Erik en Karlsson van het dak (1959)
Rasmus en de landloper (1959)
Rasmus en de degenslikker (1960)
Samen op 't eiland Zeekraai (1965)
Emil van de Hazelhoeve-serie (1967-...)
Karlsson van het dak (1968)
Er zit een rover in het bos-bos-bos (1970)
De kinderen uit de Kabaalstraat-serie (1971-...)
De rode vogel (1972)
Madieke van het rode huis (1974)
De gebroeders Leeuwenhart (1974)
Wie het hoogst kan springen (1975)

Madieke en Liesbet (1977)
Ronja de roversdochter
Het land dat verdween (1978)
Stefan en de degenslikker (1980)
Sprookjes (1981)
Ronja de roversdochter (1982)
Als ik jou toch niet had (1983)
Kijk Madieke, het sneeuwt! (1984)
Speelt mijn linde zingt mijn nachtegaal (1985)
Winterverhalen (1987)
Astrid Lindgren vertelt (1988)
Assar Bubbla (1988)

Alle verhalen van Astrid Lindgren (1992)





Verband

Astrid gebruikt in haar boeken vaak plattelandse landschappen daar heeft ze vroeger zelf gewoond. Een rustige omgeving, zo ook in De gebroeders Leeuwenhart.
Tussen de hoofdpersonen en Astrid zie ik eigenlijk niet zo veel overeenkomsten. Ze hebben wel allemaal veel fantasie en hebben veel mee gemaakt maar daar blijft het voor mij dan ook bij.


Thematiek


Bang voor het Bramendal

Karel (10 jaar) is een lelijk jongetje die altijd al ziek is geweest is en vreesde voor zijn dood en daarom erg bang is. Zijn broer Jonathan (13 jaar) is juist perfect. Hij is mooi, moedig en heel aardig. Jonathan was daarom ook erg populair op school en in zijn buurt. Karel was vergeleken met hem een sulletje. Karel heeft te horen gekregen dat hij niet lang meer zal blijven leven. Uiteindelijk gaat Jonathan door een brand in huis eerder dood, hij gaat naar een droomwereld waar Karel al gauw ook naar toe komt. Daar krijgt Jonathan een zware opdracht: Hij moet naar het Bramendal om daar de macht van de gemene menen af te pakken. Het is moeilijk maar hij gaat het wel doen! Karel wil zijn broer niet alleen laten maar hij durft niet. Daarom is de stelling: Karel moet mee naar het Bramendal.
Karel moet mee naar het Bramendal omdat hij het alleen in de droomwereld nou gaat redden. Hij durft niks en zonder zijn Broer Jonathan is hij ook niet zo veel. Hij moet meegaan maar wel voorzichtig zijn en Jonathan moet hem dan goed beschermen.
Karel moet mee omdat hij niet zonder zijn broer kan. Toen Jonathan dood ging wilde Karel graag dood omdat hij weer naar zijn broer wilde gaan. Daar kan je dus uit opmaken dat hij niet zonder zijn broer kan en om hem dan alleen te laten is niet slim.
Karel moet mee gaan omdat hij dan misschien zijn angst overwint. Als hij nooit iets engs gaat doen dan durft hij het nooit. Hij is nu toch al dood en hij kan niet nog een keer dood gaan. Dan kan hij het toch gewoon proberen.
Karel moet niet mee gaan omdat hij er gewoon te bang voor is. Karel is altijd al erg bang geweest en zo een opdracht is gewoon niet weg gelegd voor hem. Daarom moet hij gewoon blijven waar hij is en Jonathan de opdracht laten doen.
Karel moet niet mee gaan omdat Jonathan zich misschien wel heel erg aan hem gaat irriteren en hij Jonathan gaat afleiden. In de opdracht kan Jonathan het natuurlijk niet hebben dat zijn broertje hem de hele tijd afleid. Het is een moeilijk opdracht en hij moet zich goed concentreren.
De conclusie is dat Karel natuurlijk mee moet gaan met zijn broer Jonathan omdat hij het alleen in het dal waar ze nu zijn nooit gaat redden. Jonathan leert hem alles en Karel kan niet zonder hem. Hij zal wel voorzichtig moeten zijn bij zijn reis maar het gaat hem zeker lukken!


Stijl

De stijl waarin is geschreven is de ‘ik’vorm en dan vertelt vanuit Karel. Ik vind het een heel mooi geschreven boek waarin ik me al gauw ging inleven ik dacht helemaal mee met Karel wat hij moest doen. Dat vind ik zelf het leukste bij een boek! Het heeft natuurlijk ook veel fantasie daar hou ik soms van niet altijd. Het zou natuurlijk een beetje echt kunnen zijn. Misschien is er wel een leven na de dood dat zullen we nooit weten. Als ik dood ben en ik heb samen met mijn broer zo een leven dan zou ik het wel erg leuk vinden.


Fantasie en creativiteit



Als ik het boek zelf zou schrijven wat ik natuurlijk niet kan maar stel. Dan zou ik ten eerste de jongens op het einde niet dood laten gaan, door zelfmoord. Ik zou ze beide laten blijven leven en dat Karel nu op Jonathan moest passen. Ten tweede zou ik misschien Jonathan pas na Karel dood laten gaan voordat ze in de droomwereld komen. Alsof Jonathan zijn broertje daar wil steunen en niet dat Karel daar heel graag heen wil voor zijn broer. Maar dat Jonathan daar heen gaat voor zijn broer.


Mijn verhaal

Het Bramendal is bevrijd! Jonathan is er door het vuur alleen niet zo goed aan toe hij is helemaal verlamd. Jonathan, hoe nu verder? Vraag ik hem. Hij zegt dat ik nu goed voor hem moet gaan zorgen, we ruilen de rollen gewoon om ik heb op de aarde goed voor jou gezorgd en nu ga jij goed voor mij zorgen! Maar wat als ik dat nou niet kan? Ik bedoel ik ben nog maar een kind. Kruimel, kijk wat je allemaal al hebt meegemaakt, je bent dood gegaan, maar toch leef je weer maar dan in een nieuwe wereld daar heb je je angst overwonnen en ben je met mij meegegaan op een enorm zware strijd, en wie is er nu beter aan toe? Juist, jij omdat je dat verdient denk ik. Ik heb een gezond leven gehad op de aarde en jij hebt je daar altijd druk moeten maken. Toen je in deze wereld kwam toen had je opeens normale benen. Dit moest zo zijn Kruimel, we konden dit niet voorkomen. Ik wil dat je mij nu weer meeneemt naar het Kersendal waar het allemaal is begonnen hier. Daar kan jij weer lekker paardrijden, zwemmen en vissen. Ik ga daar gewoon een beetje aan de rand van het water liggen of zitten. Oké, ik ga het proberen Jonathan.
Het was een zware tocht. Jonathan kon zich totaal niet bewegen en was voor de kleine Kruimel best zwaar maar hij zette stevig door en uiteindelijk komen ze bij de rand van het Kersendal. Jonathan we zijn er! Roep ik uit. Zie je Kruimel ik wist wel dat je het kon!
Waar wil je heen gaan? Naar Ryttargarden, daar wil ik rustig even op bed gaan liggen dat verdien jij ook! Oké, dan breng ik je daar naar toe.
Daar is het Kruimel! Zegt Jonathan rustig. Ik probeer er naar toe te rennen maar mijn benen zijn totaal uitgeput. Ik loop er rustig op af en huis wordt met de stap groter. Daar aangekomen stap ik naar binnen en leg Jonathan op bed. Hij barst opeens in tranen uit waardoor ik schrik. Jonathan wat is er?! Ik ben gewoon zo trots op je Kruimel, je hebt je angst overwonnen en hebt me helemaal hier naar toe gebracht we kunnen samen alles aan ik weet het zeker! Ik geef een glimlach naar hem en hij glimlacht terug. Het gaat zwaar worden maar Wij ‘ De gebroeders Leeuwenhart’ kunnen samen alles aan zeg ik.




Benthe:
Ik vind het verhaal dat je hebt geschreven erg leuk! Het is een mooier einde dan in het boek zelf omdat ze nu blijven leven verder is de informatie van de auteur erg interessant. Ik wist namelijk niet dat ze ook Pippi Langkous geschreven heeft. Ik denk dat ik het een 9 zou geven.

Shaked:
Ik vind het verhaal erg leuk! Ik heb het boek zelf ook gelezen en vond het ook een leuk boek. Je betoog is ook goed! Leuke plaatjes erbij. Ik geef het denk ik een 8.5.